Wetgeving Werken op Hoogte
Hieronder geven wij u een beknopte samenvatting van hetgeen is
vastgelegd in de Arbowet omtrent veilig werken op hoogte, Rope
Access en de hieruit voortvloeiende verplichting tot opleiding/
training.
Klik op de dikgedrukte artikelnummers onder
de onderstaande kopjes voor een directe link naar het betreffende
artikel.
Voorzieningen voor valgevaar: Arbowet artikel 3.16
Bij een valgevaar van meer dan 2,5 meter (België 2,0 meter)
moeten voorzieningen worden getroffen die betrekking hebben op
valbeveiliging. Als uit de RIE (Risico Inventarisatie &
Evaluatie) blijkt dat de omstandigheden bij een hoogte < 2,5
meter al gevaarlijk zijn (denk aan werken boven water) dienen ook
hier voorzieningen t.b.v. valbeveiliging te worden getroffen.
Bij de keuze van voorzieningen moet de Arbeidshygiënische
strategie worden gehanteerd.
Arbeidshygiënische strategie: Arbowet artikel 3B
De werkgever is verplicht om de risico's welke gepaard gaan met de
werkzaamheden te minimaliseren of liever nog volledig uit te
sluiten.
De volgorde van prioriteit die aangehouden dient te worden bij de
keuze van voorzieningen t.b.v. valbeveiliging:
- Bestrijding bij de bron;
- Maatregelen gericht op collectieve bescherming;
- Maatregelen gericht op individuele bescherming; ter beschikking stellen van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM).
Hieruit kan worden opgemaakt dat voordat men
met PBM-Valbeveiliging gaat werken eerst vastgesteld moet
worden dat andere maatregelen zoals bijvoorbeeld het gebruik van
een hoogwerker of het plaatsen van een hekwerk ontoereikend- of
onmogelijk zijn.
Risico Inventarisatie & Evaluatie
(RIE): Arbowet artikel 5
De Arbowet stelt iedere werkgever verplicht om een intentarisatie
te maken van de risico's die aan bod komen bij de werkzaamheden die
uitgevoerd moeten worden en deze risico's te evalueren waarbij
alles wordt vastgelegd in een "Risico Inventarisatie &
Evaluatie" (RIE).
In deze RIE worden risico's geschaald naar omvang, frequentie en
mogelijke effecten. De RIE wordt zo vaak bijgesteld als ervaringen,
gewijzigde werkmethoden of werkomstandigheden daartoe aanleiding
geven.
De RIE leidt tot een "Plan van Aanpak", waarin is aangegeven met
welke maatregelen de gesignaleerde risico's geminimaliseerd en
bij voorkeur uitgesloten zullen worden. Dit Plan van Aanpak moet
matchen met de hierboven genoemde Arbeidshygiënische
strategie.
Naast de algemene (bedrijfs)RIE dient er altijd een plaatsgebonden
RIE + Plan van Aanpak uitgewerkt te worden.
Ook wanneer er alles aan gedaan is om de veiligheid van de
werknemer te garanderen kan er altijd iets mis gaan. Dit zogeheten
"rest-risico" moet maatschappelijk aanvaardbaar zijn en vormt het
vertrekpunt voor het inrichten van het BHV- en het noodplan.
Verantwoordelijkheden werkgever: Arbowet artikel 8
Werknemers moeten aantoonbaar
competent zijn in de werkzaamheden die zij moeten
uitvoeren (zie ook EU richtlijn 89/656/EEC).
Om deze competentie te bereiken dient de werkgever de werknemers
opleidingen die betrekking hebben op veilig werken op hoogte te
laten volgen. Deze opleidingen dienen afgestemd te zijn op de
systemen- en situaties waar de werknemers mee te maken krijgen in
het werkveld.
Daarnaast dienen de werknemers te worden opgeleid in het herkennen
van gevaren, het nemen van maatregelen en het gebruik van PBM. In
het bijzonder moet aandacht worden besteed aan redding.
Tevens dient de werkgever te voorzien in deskundig toezicht op de
werkvloer.
Deze competenties kunnen (achteraf) aangetoond worden doormiddel
van opleidingscertificaten.
Verantwoordelijkheden werknemer: Arbowet artikel 11
De wet stelt de werknemer verplicht om;
- Zorg te dragen voor eigen veiligheid;
- Zorg te dragen voor de veiligheid van derden.
Bedrijfshulpverlening (BHV) en
Bedrijfsnoodplan: Arbowet artikel 15
Werknemers die op hoogte werkzaam zijn moeten met het oog op de
aanwezige factoren (o.a. moeilijk bereikbaar voor hulpdiensten)
zelf in staat zijn om adequate hulp te kunnen verlenen.
Dit houdt in dat werknemers moeten beschikken over kennis én
materialen t.b.v. de volgende genoemde taken:
- Een extractie en/of evacuatie uit weten te voeren;
- Adequate eerste hulp uit kunnen voeren (minimaal BLS);
- Een beginnende brand weten te bestrijden.
Naast een algemene omschrijving van de verplichtingen van de
werkgever en werknemer omtrent werken op hoogte wordt er in de wet-
en regelgeving van het Arbeidsomstandighedenbesluit ook
gesproken over de voorwaarden waaraan men minimaal dient te voldoen
wanneer er gebruik gemaakt wordt van Rope Access (industriële
touwtechnieken).
(Foto: Petzl)
Deze "toegangs- en positioneringstechnieken met lijnen" mogen
enkel worden gebruikt wanneer uit de risico inventarisatie- en
evaluatie blijkt dat de werkzaamheden veilig kunnen worden
uitgevoerd én dat het gebruik van andere, veiligere
arbeidsmiddelen (redelijkerwijs) niet mogelijk is
(zie artikel 7.23 derde lid).
Specifieke bepalingen betreffende Rope
Access: Artikel 7.23c
1: Bij het gebruik van toegangs- en positioneringstechnieken met
lijnen (Rope Access) dient men zich minimaal aan de hieronder
genoemde voorwaarden te houden.
A: Het systeem omvat ten minste twee afzonderlijk verankerde lijnen, te weten:
- 1e lijn: werklijn die dient om op of uit de arbeidsplaats te komen
- 2e lijn: veiligheidslijn die als reservelijn fungeert
B: De werknemers beschikken over- en maken gebruik van een geschikt
harnas dat voldoet aan de bepalingen, waarmee zij verbonden zijn
met de veiligheidslijn.
C: De werklijn is voorzien van:
- 1e lijn: Veilig stijg- en afdaalmechanisme
- 2e lijn: Zelfblokkerend mechanisme waardoor de gebruiker, wanneer hij de controle over zijn bewegingen verliest, niet kan vallen
D: De veiligheidslijn is uitgerust met een beweegbaar
valbeveiligingsmechanisme dat de werknemer in zijn bewegingen
volgt.
E: De gereedschappen en andere hulpstukken die de werknemer
gebruikt, zijn verbonden met het harnas of het zitje van de
werknemer, of op een andere, passende wijze bevestigd.
F: Het werk wordt naar behoren gepland en er wordt toezicht
gehouden opdat zo nodig de werknemer onmiddellijk hulp kan worden
geboden.
G: De betrokken werknemers ontvangen een adequate en specifieke
opleiding voor de beoogde werkzaamheden, in het bijzonder
betreffende de reddingsprocedures.
(Foto: Petzl)
2. In uitzonderlijke omstandigheden waarin het gebruik van twee
lijnen, gezien de risico-inventarisatie en -evaluatie, het werk
gevaarlijker zou maken, kan het gebruik van één
enkele lijn worden toegestaan mits passende maatregelen zijn
genomen om de veiligheid te waarborgen.
Naar aanleiding van de punten die hierboven staan genoemd kan
geconcludeerd worden dat de werkgever door de wet verplicht
wordt gesteld om de werknemer(s) op te leiden zodat veilig op
hoogte kan worden gewerkt. Tevens dienen werknemers competent te
zijn om in geval van nood een redding en/of evacuatie uit te kunnen
voeren.
Ons trainingscentrum biedt diverse trainingsmodules aan
zoals:
- Basis werken op hoogte
- Basis redden op hoogte
- GWO (5 modules)
- IRATA opleiding: level 1, 2 en 3
- Werken in besloten ruimtes
- Eerste hulpverlener basis
- Training Skylotec ActSafe ACX
- Keurmeester valbeveiliging
Naast deze standaard trainingsmodules kunnen in overleg opleidingen
op maat worden uitgeschreven en indien gewenst opleidingen op
locatie worden verzorgd. Voor meer informatie omtrent de
mogelijkheden bekijk de website www.safetyprotrainingen.nl.