Valbeveiliging en werkpositionering
Valbeveiliging is vereist bij werk op hoogte. Onder werk op hoogte vallen werkzaamheden waarbij er een valgevaar is van meer dan 2,5 meter. Denk aan locaties zoals een plat of schuin dak, hoogwerkers, platformen, steigers, silo’s, zonnepanelen, tankwagens of in bomen. Je moet ook veiligheidsmaatregelen treffen wanneer er binnen deze 2,5 meter andere gevaren aanwezig zijn zoals water, bewegende- of uitstekende delen, aanwezigheid van verkeer of kans om onder spanning te komen staan. In België dient zelfs al valbeveiliging vanaf 2 meter hoogte aanwezig te zijn.
Een werkgever dient niet alleen in de nodige valbeveiliging te voorzien, maar er ook voor te zorgen dat medewerkers bekend zijn met het gebruik van de materialen. Mensen die tijdens het werken op platte daken, op ladders of in hoogwerkers een antivalharnas dragen kunnen hiervoor een cursus volgen.
Bij werken op hoogte moeten voorzieningen ter voorkoming van valgevaar worden aangebracht of toegepast. Deze voorzieningen zijn te onderscheiden in drie categorieën: bronbestrijding, collectieve maatregelen en individuele maatregelen (PBM). De eerstgenoemde categorieën dienen altijd de voorkeur te krijgen.
Drie categorieën voorzieningen valbeveiliging:
- Bronbestrijding
- Collectieve maatregelen
- Individuele maatregelen (PBM)
Bronbestrijding
Bij bronbestrijding wordt er simpelweg voorkomen dat men in een
gevarenzone terecht komt. Op deze manier ontstaat er geen risico
tot vallen.
Collectieve maatregelen
Wanneer bronbestrijding niet mogelijk is dienen er collectieve
maatregelen getroffen te worden. Voorbeelden hiervan zijn
randbeveiligingen, steigers of kooiladders. Soms is het niet
mogelijk om gebruik te maken van collectieve
veiligheidsmaatregelingen. Redenen hiervoor kunnen de moeilijke
toegang zijn of de hoge kosten in verhouding tot de duur van de
werkzaamheden.
Individuele maatregelen
Wanneer collectieve maatregelen niet mogelijk en/of aanwezig zijn
dient men te zorgen voor het gebruik van PBM's: Persoonlijke
Beschermings Middelen. Gordels, leeflijnen, helmen, enzovoorts
dienen dan als valbeveiliging op een
dak bijvoorbeeld. Wettelijk gezien is er steeds
voorrang in het gebruik van collectieve t.o.v. individuele
maatregelen.
Persoonlijke beschermingsmiddelen kunnen in drie categorieën
worden verdeeld:
Categorie | Risico | Voorbeeld |
---|---|---|
Categorie 1 | Laag risico | Tuinhandshoenen |
Categorie 2 | Gemiddeld risico | Veiligheidsschoenen |
Categorie 3 | Hoog risico | Valbeveiliging* |
*Producten van PBM categorie 3 beschermen de gebruiker tegen dodelijke en/of ongevallen die ernstige, onherroepelijke schade aan de gezondheid zouden kunnen veroorzaken.
Onder de noemer valbeveiliging (PBM categorie 3) zijn twee basisprincipes te onderscheiden:
- Valbeveiliging
- Werkpositionering
Bij valbeveiliging wordt gebruik gemaakt van een antivalsysteem waarbij de risico’s die verbonden zijn aan een mogelijke val worden vermeden. Een antivalsysteem heeft als doel om de energie die vrij komt bij een val te absorberen om de valimpact op het lichaam te beperken. Daarnaast wordt de afstand die nodig is om een val op te vangen verminderd. Valbeveiliging wordt ingezet wanneer men vrij is te bewegen, maar waar het risico op vallen aanwezig is. Een voorbeeld van een veelgebruikte valbeveiligingsset is de Petzl Newton gordel in combinatie met een Petzl Absorbica-Y MGO dubbele leeflijn/vallijn (deze dienen gekoppeld te worden door een Petzl Omni Triact Lock karabiner).
De Petzl Newton gordel in combinatie met de 3M Protecta Elastische vallijn met valdemper en stijgerhaken is ook een voorbeeld van een valbeveiliging set.
Werkpositionering en werkplaatsbeperking
Werkpositionering is de techniek waarbij men door gebruik van
speciale technieken en materialen zich in staat stelt om op hoogte
veilig met de handen vrij te kunnen werken. Men hangt hierbij in
een veiligheidsharnas. De artikelen ten behoeve van
werkpositionering kunnen tevens worden ingezet bij
reddingsactiviteiten. Werkpositionering valt te onderscheiden
in:
- Werkpositionering
- Werkplaatsbeperking
Werkpositionering bij valgevaar
Werkpositionering dient, indien er een risico aanwezig is op een
val, altijd gecombineerd te worden met een antivalsysteem. De wet
schrijft hierbij voor dat in elk antivalsyteem een energie- of
valdemper aanwezig is. In geval van valgevaar dient een
werkpositioneringsuitrusting dus te bestaan uit:
- Gordel voor werkpositionering en tevens antival (bijvoorbeeld de Petzl Avao Bod)
- Uitrusting ter werkpositionering (bijvoorbeeld de Petzl Grillon)
- Antival-systeem inclusief valdemper (bijvoorbeeld de Petzl Absorbica)
In de afbeelding wordt de werkpositionering toegepast door middel van de Petzl Progress Adjust. Het antival-apparaat dat wordt gebruikt is hierbij de Petzl ASAP Lock
Geen valgevaar bij werkpositionering
Wanneer er geen risico is op een valgevaar dient de
werkpositioneringsuitrusting te bestaan uit:
- Gordel voor werkpositionering
- Uitrusting t.b.v. werkpositionering (bijvoorbeeld Petzl Grillon)
Deze toepassing kan bijvoorbeeld ingezet worden door dakwerkers.
Een combinatie voor valbeveiliging op een plat dak: de Petzl Newton in combinatie met een Skylotec SKN BFD SK11 lijn.
Werkplaatsbeperking
Bij werkplaatsbeperking gebruikt men één van
de EN358 positioneringspunten van het harnas
in combinatie met een (verstelbare) leeflijn t.b.v.
werkpositionering. De lengte van deze positioneringsleeflijn wordt
zo uitgekozen en/of ingesteld dat met uit de gevarenzone blijft, en
de gebruiker dus geen val kán maken.
Onder andere op platte daken wordt dit veel gebruikt. Verschillende harnassen uit ons assortiment zijn voorzien van een EN358 inbindpunt op de heupriem aan de achterzijde, deze gecertificeerde inbindpunten zijn ideaal om te gebruiken t.b.v. werkplaatsbeperking.
Er zijn drie soorten harnassen te onderscheiden:
- Antival-harnassen
- Werkpositioneringsharnassen
- Antival- en werkpositioneringsharnassen.
Antival-harnassen
Bijvoorbeeld de Petzl Newton met dorsaal- en sternaal
inbindpunt.
Werkpositioneringsharnassen
Bijvoorbeeld de Petzl Avao Sit Fast met ventraal- en laterale
inbindpunt(en)
Antival- en werkpositioneringsharnassen
Bijvoorbeeld de Petzl Avao Bod (Fast) met dorsaal, sternaal,
ventraal en laterale inbindpunt(en)
Het is belangrijk om te weten waar de verschillende inbindpunten op harnassen voor zijn bedoeld. Hieronder vind je een overzicht van de verschillende inbindpunten met ieder hun eigen toepassing:
Inbindpunt: | Positie: | Doel: |
---|---|---|
Dorsaal | Rug | Antival |
Sternaal | Borst | Antival |
Ventraal | Buik (navelhoogte) | Werkpositionering |
Lateraal | Heupen (links & rechts) |
Werkpositionering |
Belangrijk! een inbindpunt bedoeld voor antival mag nóóit worden ingezet als punt ter werkpositionering en andersom.
Meer informatie omtrent de wetgeving vindt u terug in de Arbowet // Veilig werken // Persoonlijke beschermingsmiddelen // Valbeveiliging (Overheid.nl)