Het effect van een valblok kan worden vergeleken met het effect van een autogordel, bij een plotselinge belasting blokkeert het valblok en zorgt ervoor dat de persoon niet verder kan vallen. Bij rustige bewegingen loopt de kabel of band soepel mee met de gebruiker.
Een valblok wordt aan een vast ankerpunt bevestigd en direct aan de harnasgordel bevestigd. Een veermechanisme in het valblok zorgt ervoor dat de lijn meeloopt met de gebruiker. Bij een val werkt een valblok als een autogordel; de val wordt over een korte afstand vrijwel direct gestopt, waarmee de krachten die vrijkomen op het lichaam beperkt worden tot maximaal 6 kN. Bij deze kracht ontstaat er geen letsel (mits het harnas goed wordt gedragen). Sommige valblokken beschikken over een lier zodat een persoon in nood eenvoudig én gecontroleerd omhoog (of omlaag) kan worden getakeld.
Er zijn verschillende soorten valblokken (staalkabel, band en rescue) welke zowel voor een horizontale- als verticale valbeveiliging kunnen worden ingezet.
- Hang het blok altijd hoger dan de gebruiker (zo wordt een valfactor 0 gecreëerd)
- Laat de lijn nooit zomaar schieten
- Zorg ervoor dat bij een eventuele val men nergens tegen aan kan vallen / slingeren
- Ten opzichte van de loodlijn mag men nooit verder dan 30° uitwijken om het slingereffect te voorkomen
- De lijn van het valblok dient direct aan het harnas te worden bevestigd
.